‘De kerk van waardevolle betekenis, midden in Assen’
Veel kerken in Nederland willen iets betekenen in hun eigen wijk. Voor de Protestantse Gemeente Assen werd in 2022 een lang gekoesterde wens werkelijkheid: het initiatief ‘Assen Bloeit’ opende de deuren van gebouw De Open Hof voor de stadsbewoners. Initiatiefnemer Rudolf Setz: “Het is een plek waar je welkom bent en waar we samen tot bloei komen.” MeedoenDe Open Hof werd eind 2020 gekocht door mensen uit de wijk, kerken en sociale investeerders die hiervoor een bedrag wilden uitlenen. Op woensdag 1 juni 2022 was de officiële opening voor de wijk. Rudolf Setz: “Ons gebouw is een plek waar je mag zijn voor een lach en een traan. Waar je kunt genieten van maaltijden, marktjes, kunstcafé, een initiatief kunt nemen of een feestje kunt vieren. Waar je mee kunt doen aan een workshop en uitgenodigd wordt als vrijwilliger of meedenker.” Een droom wordt werkelijkheidDe Open Hof werd eerst met name op zondag gebruikt door verschillende kerken. Ook in de nieuwe situatie zijn er kerken en andere organisaties die de ruimtes gebruiken. “Maar er is zoveel meer mogelijk met dit gebouw dat 90 procent van de tijd door de week niet wordt benut,” vertelt Setz. “Er zijn prachtige kamers en ruimtes die voelen als huiskamers, en de tuin wordt een plek waar kruiden worden gekweekt en waar je op adem kunt komen.” Door een samenwerking van verschillende instanties zijn er inmiddels al zo’n 40 vrijwilligers bezig die koken, plantjes stekken, workshops verzorgen, schoonmaken of werken met klusteams aan het opknappen van het gebouw. “Dit is nog maar het begin,” vervolgt Setz, “Naast kunst en cultuur zullen er diners worden gehouden, kun je langskomen voor een praatje of meedoen aan een van de activiteiten waar iedereen welkom is.” Samen eten verbindtDe eerste vrijwilligers die zich meldden bij ‘Assen Bloeit’ hadden zin om te koken. Er werd al snel een keukenteam samengesteld van mensen uit verschillende culturen. Setz: “Ze volgden samen cursussen, organiseerden proeverijen en een mantelzorgdiner. Ook de buren rondom de Open Hof werden uitgenodigd voor een hapje en drankje. Het mes sneed aan twee kanten: het team kon feedback vragen over de kookkunsten én mensen uit de straat ontmoetten elkaar, soms voor het eerst. Samen eten verbindt altijd!” Samen ontdekken en lerenKerk in Actie, de diaconale organisatie van Protestantse Kerk, begeleidt en ondersteunt protestantse gemeenten in heel Nederland die diaconaal present zijn in eigen dorp of stad. Het initiatief ‘Assen Bloeit’ is een van deze diaconale presentieplekken. Wederkerigheid is daarbij een van de pijlers. "Het draait om het zien van en het zijn mét de ander,” vertelt Jonna van den Berge, projectleider diaconale presentie bij Kerk in Actie. “Hiermee is de kerk niet automatisch de hulpgever en iemand in de buurt niet per se degene die hulp ontvangt. Samen ontdek je hoe het goede leven met God eruit ziet en kun je waar nodig elkaar helpen.” Dit is ook de wens van de initiatiefnemers van ‘Assen Bloeit’. “We willen graag dat iedereen hier kan groeien en bloeien, dat we leren van en vooral mét elkaar in de wijk.” Appeltje van OranjeAssen Bloeit maakt kans om genomineerd te worden voor een Appeltje van Oranje, een prijs van het Oranjefonds voor sociale initiatieven. Deze zal door Koningin Máxima worden uitgereikt aan drie winnaars. 'Bruggenbouwers in de buurt' is het thema voor 2023. Sociale relaties in buurten zijn een vangnet voor iedereen die dat nodig heeft. Ze vormen een belangrijke basis voor de aanpak en preventie van problemen als eenzaamheid, armoede en tegenstellingen tussen mensen. 'Assen Bloeit' is een van de initiatieven waarop een stem uitgebracht kan worden tijdens de Stemtiendaagse van 31 mei t/m 9 juni 2023. lees verder |
||
Nieuw Kerkelijk Peil: gemeente-zijn met perspectief
Nieuw Kerkelijk PeilKrimp in ledenaantallen, in betrokkenheid van jongere generaties, in financiële mogelijkheden, in beschikbare menskracht voor taken en ambten; het geeft weinig hoop voor de toekomst van de kerk. De visienota Van U is de toekomst reikt een ander perspectief aan, het perspectief van genade en van ontvankelijkheid voor wat God zijn kerk en gemeente geeft. Niet vanuit een optimisme dat de vaak complexe en lastige werkelijkheid ontkent, maar vanuit verwachting en hoop. Dit perspectief geeft ontspanning. Nieuw Kerkelijk Peil sluit aan bij dit perspectief. Door de ogen van gemeenteledenDit diagnose-instrument start bij het goede dat aan de gemeente gegeven is en niet bij het ‘tekort’. Het gaat uit van een waarderende benadering van de gemeente. De meerwaarde daarvan is dat het onderzoek de gemeente helpt om dankbaar te zijn voor wie je als gemeente bent en voor wat je in huis hebt aan gaven en talenten. Het helpt je naar je eigen gemeente te kijken door de ogen van gemeenteleden, van jong tot oud. Een pas op de plaats met het oog op de toekomstPlaatselijke gemeenten zijn vaak druk met het overeind houden van de organisatie, en nemen onvoldoende tijd om verder vooruit te kijken. Nieuw Kerkelijk Peil dwingt je als gemeente om een pas op de plaats te maken, om de tijd te nemen voor een breed gedragen proces en een zelfonderzoek met het oog op de toekomst van de gemeente. Om van daaruit een langetermijnvisie en -strategie te kunnen bepalen. Uit de praktijk: AppingedamDe Protestantse Gemeente Appingedam doorliep het onderzoeksproces rond Nieuw Kerkelijk Peil enkele jaren geleden. Aanleiding was destijds om de uitkomsten van de enquête te vergelijken met het beleidsplan van de gemeente: waren er misschien aanpassingen nodig in het beleidsplan? Gemeentelid Bartjan Pennink was een van de vier werkgroepleden die het proces rond de enquête organiseerden. “We wilden zoveel mogelijk gemeenteleden de enquête laten invullen. We hebben aangegeven dat dit een kans was om mee te praten over waar we als gemeente naartoe willen.” De uitkomst van de enquête is gebruikt als input voor het nieuwe beleidsplan. Daarnaast is aan kerkenraadsleden en leden van commissies en werkgroepen gevraagd wat al goed gaat in de gemeente en wat verbeterd kan worden. Ook legde de werkgroep haar oor te luisteren bij andere kerkgenootschappen en maatschappelijke organisaties in Appingedam, en bij de lokale overheid. Pennink: “We hebben gevraagd wat we kunnen betekenen voor de stad en wat we eventueel samen kunnen ontwikkelen. We willen als kerk midden in de samenleving staan.” Dienstverlening bij Nieuw Kerkelijk PeilVoordat je als kerkenraad besluit aan de slag te gaan met Nieuw Kerkelijk Peil, is het goed je te oriënteren. Dat kan op verschillende manieren, die hier nader worden toegelicht. Bijvoorbeeld door het gratis aanvragen van het digitale werkboek of door deelname aan een webinar en een workshop. Als het besluit tot deelname aan Nieuw Kerkelijk Peil is genomen, kan het onderzoek worden aangevraagd bij de Protestantse Theologische Universiteit. Er zijn dan nog twee begeleidende workshops: een om de werkgroep die het proces in de gemeente begeleidt op weg te helpen, en een om vervolgstappen te zetten, op basis van een analyse van het gemeenteprofiel dat je na het onderzoek als gemeente ontvangt. Tijdens het landelijke Inspiratiefestival eind oktober op Terschelling is de workshop ‘Nieuw Kerkelijk Peil; waarderend werken aan toekomstgericht kerk-zijn’ te volgen, met onder meer een lezing van prof. Henk de Roest over de insteek en opbrengsten van dit onderzoeksinstrument en een interview met een vertegenwoordiger van een gemeente die met Nieuw Kerkelijk Peil gewerkt heeft. lees verder |
||
Nieuw onderzoek geeft antwoord op de vraag hoe jongeren leren geloven
In het onderzoek, dat is uitgevoerd door de Protestantse Kerk in Nederland, de Protestantse Theologische Universiteit en Hogeschool Windesheim, werd onderzocht in welke praktijken leren geloven plaatsvindt, welke verlangens jongeren en hun opvoeders ten aanzien van leren geloven hebben, en hoe deze praktijken en verlangens zich verhouden tot theologische en pedagogische literatuur. Middels een casestudy in een protestantse gemeente waarin verschillende wijkgemeenten intensief samenwerken is in verschillende focusgroepen zowel met jongeren en jongvolwassenen (van 10-25 jaar) als met opvoeders gesproken. Leren gelovenJongeren blijken binnen tal van praktijken te leren geloven. Opvallend vaak noemden jongeren christelijke kampen en events als de belangrijkste plek hiervoor. Ook thuis is een belangrijke plek, vooral voor jonge tieners. Het jeugdwerk noemden zij ook vaak. Het is een plek waar zij zich over het algemeen thuis voelen en waar ze vriendschappen sluiten. De laatste plek die zij veel noemden was de kerkdienst. Met name oudere jongeren waren hier juist heel kritisch op. Het was een plek waar ze volgens henzelf zouden moeten leren geloven, maar allerlei factoren belemmeren die geloofsgroei. Aansluiten bij belevingswereldUit het onderzoek bleek dat vijf factoren de geloofsgroei stimuleren. Ten eerste hebben jongeren aansluiting bij hun belevingswereld nodig. Ten tweede vragen ze om leerstof die verder brengt, ten derde om exploratieruimte. Leren geloven kan alleen als er een leeromgeving is waarbinnen jongeren zich veilig voelen. Dit is de vierde factor. Ten slotte hebben jongeren opvoeders nodig die verschillende opvoedrollen inzetten: volwassenen die jongeren zien en waarderen, die een voorbeeld zijn in woord en daad, die de exploratie begeleiden, die kennis en expertise inbrengen en die jongeren stimuleren deel te nemen aan leerprocessen waar leren geloven aandacht krijgt. Vuurtje brandend houdenCorina Nagel-Herweijer, onderzoeker en medewerker van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk, denkt dat deze factoren behulpzaam zijn voor opvoeders in de kerk en thuis. “Met Pinksteren vieren we hoe Gods Geest mensen in vuur en vlam zet en hoe het goede nieuws van Gods bevrijdende liefde zich als een lopend vuurtje over de wereld heeft verspreid. Diezelfde Geest raakt ook nu, in het ontkerkelijkte Nederland, nog harten van jongeren aan en houdt dat vuurtje brandend. Opvoeders mogen houtjes aan dat vuur toevoegen. Iedere groeibevorderende factor is wat mij betreft zo’n houtje.” In het najaar zijn toerustingsmaterialen voor kerken bij dit onderzoek beschikbaar. Download het onderzoeksrapport Luistertip: in deze podcast gaat Koos Tamminga in gesprek met Corina Nagel en Anko Oussoren, jongerenwerker en jeugdwerkadviseur bij Kerkpunt over leren geloven en de geestelijke vorming van de jonge generaties. lees verder |
||
Ewoud Sanders onderzocht stereotyperingen over joden in jeugdverhalen
Ewoud Sanders is journalist en historicus. Hij schrijft onder meer over de geschiedenis van woorden en uitdrukkingen. In 2017 promoveerde hij op een onderzoek naar jeugdverhalen over jodenbekering. Het begon bij de vondst van het boekje Levi de boekenjood (uit 1899) dat hij toevallig op een Amsterdamse boekenmarkt tegenkwam. “Ik had het woord ‘boekenjood’ nog nooit gehoord. Het bleek om een joodse straatboekhandelaar te gaan. Ik heb toen eerst een boekje over de geschiedenis van de Nederlandse straatboekhandelaren geschreven.” Klassiek bekeringsverhaalEen interessant onderwerp, vond Sanders, en aanleiding voor een nadere zoektocht. “Het verhaal van Levi was een klassiek bekeringsverhaal, over een jood die zich bekeerde tot het christendom. Ik vroeg me af of er meer van dit soort verhalen waren. Het bleken er talloze te zijn. Ik ben me vervolgens gaan verdiepen in de stereotyperingen over joden in jeugdverhalen.” Die bleken niet mals. Grof en onbetamelijkSanders noemt ‘een heel schrijnend geval’: “Het kinderboek Geen nacht meer (uit 1969) van Cor van Rijswijk, destijds directeur van een gereformeerde basisschool, een man met invloed. Het is het verhaal over een oudere Joodse man die met zijn twee kleindochters in Auschwitz wordt vergast en daar blij mee is. Hij wordt als jood dan wel gestraft voor de kruisiging van Jezus, maar na zijn dood zal hij liefdevol in de hemel worden opgenomen. Grof en onbetamelijk, dat boek. Alsof iemand de gaskamer blij ondergaat.” Van dezelfde schrijver verscheen ook in 2018 nog een boek: Eliazer, een ware Israëliet, waarin joden worden afgeschilderd als intolerant, gewelddadig, bespotters van het christelijk geloof en bijbelvernielers. Sanders: “Het is dus niet iets van lang geleden, dit soort boeken verschijnt nog steeds.” Met de paplepelVoor zijn proefschrift onderzocht Sanders 80 van dit soort verhalen voor de jeugd. Later onderzocht hij er nog veel meer. Al met al 350 jeugdverhalen over joden in twee eeuwen kinderliteratuur, bijeengebracht in Met de paplepel.* Joden worden er neergezet als agressief, onbetrouwbaar, driftig, gewelddadig, intolerant, materialistisch. “Heel kwalijk en ongelofelijk schrijnend”, vindt Sanders, “en dat in jeugdboeken. Het zijn beelden die met de paplepel worden ingegoten. Ze hebben invloed op de rest van je leven.” ‘We houden van Joden’Waarom schrijven mensen zulke akelige dingen op? En waarom wordt dit soort verhalen verspreid? Naar aanleiding van het boekje De zoektocht van Lea Rachel van M.H. Karels-Meeuse had Sanders contact met uitgeverij Den Hertog dat het boekje uitgeeft. Hij had gehoord dat in 2015 een hele middelbare schoolklas dat boek op aanraden van de leraar gelezen had. “De uitgever begreep me niet en zei: ‘Maar we voelen ons juist verbonden met het Joodse volk, we houden van Joden.’ Maar waarom verspreid je dan deze vreselijke beelden over hen? Ik kan er niet bij.” Beeldvorming doet ertoe, wees er zorgvuldig in, geeft Sanders aan. “Beeldvorming mag nooit ten koste van de ander gaan.” En het verdient bredere aandacht, vindt hij. “Je zou dit ook kunnen onderzoeken voor stereotyperingen over moslims en zwarte mensen bijvoorbeeld.” Patronen kun je doorbrekenOp de landelijke ontmoetingsdag op 11 september wil Sanders de patronen laten zien, die heel hardnekkig zijn. “Deze patronen zijn er, die kun je voorzetten maar ook doorbreken. In christelijke kringen wordt al snel beweerd dat het verschijnsel heel marginaal is omdat mensen het niet uit eigen ervaring kennen. Maar dat klopt niet. Ik heb lang niet van alle boeken de oplagen kunnen vinden, maar van tien titels zijn bij elkaar al ruim een half miljoen exemplaren verspreid. Veel van die verhalen zijn geregeld herdrukt.” De genoemde boeken van Van Rijswijk zijn ook nog steeds verkrijgbaar. * Ewoud Sanders: Met de paplepel. Beeldvorming over joden in Nederlandstalige jeugdverhalen, 1782-heden, uitgeverij Walburg Pers >> Lees meer over de landelijke ontmoetingsdag. Hier kun je je ook aanmelden. 20 apr 2023lees verder |
||
Oproep aan kerkenraden om gesprek over veilige gemeente te stimuleren
In november 2022 vroeg de generale synode het Generale College voor de Kerkorde (GCKO) voorstellen te doen voor een regeling voor het aanstellen van vertrouwenspersonen, en een regeling die de verplichting inhoudt dat predikanten, kerkelijk werkers en ook vrijwilligers / ambtsdragers die met kwetsbare mensen werk of een leidinggevende taak hebben in de kerk, een Verklaring omtrent het gedrag overleggen (VOG). Veilig klimaatIn de generale synode van 22 april is hierover een aantal besluiten genomen. Centraal daarin staat een nieuwe generale regeling 16, Veilige gemeente. In artikel 1 van deze generale regeling wordt het uitgangspunt voor kerkenraden geformuleerd:“De kerkenraad stimuleert het gesprek in de gemeente om gezamenlijk zorg te dragen voor een klimaat waarin ieder zich veilig kan voelen.” Dat kan onder andere door een VOG en door het aanstellen van vertrouwenspersonen. OrdinantiewijzigingenDe synode heeft deze regeling op 22 april 2023 vastgesteld, maar ook bepaald dat de regeling pas in werking kan treden nadat kerkenraden en classicale vergaderingen hun mening hebben kunnen geven over de ordinantiewijzigingen die nodig zijn als verankering van de nieuwe generale regeling 16. Inspraak kerkenradenHet moderamen van de generale synode roept kerkenraden op hun mening over deze voorstellen kenbaar te maken aan hun classicale vergaderingen en daarin de tekst van de nieuwe generale regeling 16 mee te wegen. Meer informatie en de download met de kerkordewijzigingen betreffende 'veilige kerk' zijn te vinden op de webpagina 'kerkordewijzigingen'. Gratis VOGEen gratis VOG kan aangevraagd worden via gratisvog.nl. Aan deze mogelijkheid zijn door de overheid wel een aantal voorwaarden verbonden. Een van de belangrijkste is dat er een preventief beleid moet zijn ten aanzien van een veilige kerk. Voor vrijwilligers die niet met kwetsbare mensen werken moet voor de aanvraag wel een bijdrage worden betaald. Meer over het thema 'Veilige gemeente': Veilige gemeentelees verder |
||
Tip voor het nieuwe seizoen! Geef de cursus Vieren: een kennismaking met de christelijke feestdagen
DoelgroepVieren is bedoeld voor mensen die nieuwsgierig zijn naar het christelijke geloof. Het materiaal is in het bijzonder geschikt voor twintigers en dertigers, maar elke leeftijd kan ermee aan de slag. Materiaal op maatDe cursus bestaat uit en handleiding voor de gespreksleider, papieren magazines, werkvormen en filmpjes. Gemeenten kunnen zelf uit uit dit materiaal kiezen. Op deze manier is de cursus aan te passen aan de lokale context. Diversiteit aan visiesIn de filmpjes vertellen predikanten zoals Jeannet van Doorn (Gereformeerde Kerk Ermelo) en Pieter Both (Hervormde wijkgemeente de Regenboog Harderwijk) hoe zij de feesten ervaren. Zo komt het gesprek op gang. Daarbij is Vieren breed georiënteerd: regelmatig komt een diversiteit aan visies naar voren. Dit helpt de deelnemers om hun eigen positie te bepalen. Cursus geven in de gemeenteGemeenten kunnen zich aanmelden om de cursus te gaan geven, zodat in het nieuwe seizoen met de cursus gestart kan worden. De website van Vieren, inclusief de filmpjes, geeft een goed beeld van de opbouw van de cursus: www.cursusvieren.nl. Gemeenten die zich aanmelden ontvangen gratis de magazines en uitnodigingen die bij de cursus horen. Positieve reacties op pilotAfgelopen seizoen is door zo'n dertig predikanten en kerkelijk werkers uit heel Nederland een pilot gedaan met de cursus. De waardering is hoog: een 8 gemiddeld. “De aansluiting bij een feestdag geeft meteen concrete beelden en herinneringen, dat maakt een gesprek minder abstract, dat is echt een plus.” Aanmelden als cursusleider voor een cursus Vieren in jouw gemeente lees verder |
||
'Samen in actie': meer materialen bij projecten van Kerk in Actie
Het nieuwe concept heet ‘Samen in actie’ en bestaat uit 7 actielanden. Een gemeente die een project wil steunen, kiest dus uit deze actielanden. Vanuit elk land worden 4 of 5 projecten aangeboden. Ze zijn gevarieerd van inhoud en gericht op bijbelkennis, kerkopbouw, armoedebestrijding, landbouw, kinderwerk of opvang van vluchtelingen. Een gemeente kan ervoor kiezen om alle projecten uit een actieland te steunen, of er één of meer te kiezen. De duur van de steun kan variëren van 1 tot 3 jaar. Voor de gekozen projecten komt 3 keer per jaar automatisch een pakket met materialen naar de gemeente toe. PluspuntenHet samenbrengen van het projectaanbod heeft twee belangrijke pluspunten: 1. Meer en betere materialen Door meer focus aan te brengen kan Kerk in Actie meer en betere materialen over een actieland beschikbaar stellen. Denk aan video’s, powerpointpresentaties en een magazine. Hiermee blijven gemeenteleden up-to-date en betrokken. 2. Samenwerking Bij een kleiner aanbod steunen meer gemeenten dezelfde projecten. Dit maakt het aantrekkelijk om samen te werken. Gemeenten kunnen elkaar bijvoorbeeld ontmoeten op een landendag, elkaar motiveren en van ideeën voorzien. Ook kun je samen een gast uit het actieland uitnodigen. Kerk in Actie ondersteunt wereldwijd lokale kerken en christelijke organisaties in hun diaconale taak. De 7 actielanden zijn verdeeld over Azië, het Midden-Oosten, Europa, Afrika en Latijns-Amerika. Het zijn, in alfabetische volgorde en met vermelding van de context per land:
Niet zomaar een goed doelKerk in Actie is de diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland. Dat maakt Kerk in Actie voor lokale gemeenten niet zomaar een goed doel: ze voert de opdracht van de kerk uit. In de kerkorde staat dat mooi beschreven: ‘De gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld door in de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid te delen wat haar aan gaven geschonken is, te helpen waar geen helper is en te getuigen van de gerechtigheid van God waar onrecht geschiedt.’ Dat is wat Kerk in Actie doet, in naam van de lokale gemeenten én in partnerschap met kerken wereldwijd. Zo veel kerken, op zo veel plaatsen, die allemaal vindplaats van geloof, hoop en liefde willen zijn. En zo veel mensen, vele duizenden kilometers van elkaar verwijderd, die toch verbonden zijn en elkaar verstaan, ook als ze elkaar soms niet begrijpen. Het bijzondere aan Kerk in Actie is dat we niet geven, maar delen. Het gaat bij Kerk in Actie niet alleen om geld, maar ook om samen kerk zijn. Als leden van één lichaam die niet zonder elkaar kunnen. Met het nieuwe concept ‘Samen in actie’ kunnen gemeenten deze bijzondere opdracht nog beter en met nog meer impact vormgeven. Samen zijn we, wereldwijd, de kerk in actie. Nieuwsgierig naar deze vernieuwde manier van projectsteun?Kijk op kerkinactie.nl/actielanden of informeer bij je consulent (kerkinactie.nl/consulenten) én doe mee met het webinar op dinsdag 13 juni (20-21 uur). Daarin krijg je alle informatie over de actielanden en hoe je als gemeente kunt meedoen. Aanmelden kan via deze link
lees verder |
||
75 jaar Nakba: “De Nakba is nog steeds onze dagelijkse realiteit”
De gebeurtenissen bereikten een climax in de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948. Deze periode wordt vanuit Palestijns perspectief de ‘Nakba’ (ramp of catastrofe) genoemd, die jaarlijks op 15 mei wordt herdacht. Reden om aan de Palestijnse partners van Kerk in Actie te vragen welke betekenis de ‘Nakba’ voor hen heeft en hoe de herinnering eraan doorleeft in hun dagelijks leven. Wat opvalt in hun reacties is dat de ‘Nakba’ niet slechts wordt gezien als een punt in de tijd. Een open wondRahada Arafat Shbeta (Sadaka-Reut) vertelt: “Voor mij is de Nakba een punt in de geschiedenis waarop het lot van mijn volk werd verzegeld. Sindsdien zijn onze levens totaal veranderd. Velen verloren hun huizen en familieleden, dorpen werden verwoest. We verloren onze identiteit als een gemeenschap.” Voor Fr. Bashar Fawadleh (Latin Church in Taybeh) is de Nakba ‘een open wond in onze harten, die helaas maar niet geneest.’ Een continue strijdJohn Munayer (Rossing Center) zegt: “De Nakba is niet alleen de tragedie waarin mijn familie werd verdreven uit hun huizen en hun land werd afgepakt. De Nakba duurt nog altijd voort.” Omar Harami (Sabeel) vult aan: “Na 1948 is voor ons Palestijnen alles een continue strijd geworden. Een strijd om een plek te vinden om te leven, om herenigd te worden met je familie, om te reizen, om toegang te hebben tot drinkwater en landbouwgrond, om je verhaal te kunnen vertellen. De Nakba is geen historische gebeurtenis, maar onze dagelijkse realiteit.” Kerken rol in terugkeerElizabeth Marteijn, postdoctoraal onderzoeker aan de Ludwig-Maximilians Universiteit München, doet onderzoek naar de impact van de Nakba op de Palestijns-christelijke gemeenschap in Noord-Israël. Hierbij focust zij zich in het bijzonder op de christelijke dorpen Iqrit en Kufr Bir’im, die begin jaren 50 werden verwoest. “Het bijzondere aan deze twee dorpen is dat de kerken zijn gerestaureerd. Deze spelen nu een centrale rol in het terugkeren van de gemeenschap naar de verwoeste dorpen. Christelijke bijeenkomsten vinden hier plaats tussen ruïnes en een pijnlijke geschiedenis. De dorpen Iqrit en Kufr Bir’im zijn daarmee bakens van hoop geworden. Na 75 jaar pleiten de gemeenschappen van Iqrit en Kufr Bir’im nog voortdurend voor een recht van terugkeer en voor heropbouw van de verwoeste dorpen.” Diepe verliezen“Wat in Nederland niet altijd wordt beseft”, vervolgt Marteijn, “is dat de Palestijnen diepe verliezen hebben geleden tijdens de Nakba. Toen ik een 89-jarige man (die dus 15 was ten tijde van de Nakba) uit Kufr Bir’im vroeg hoe het voelt om geen tot weinig tastbare herinneringen te hebben aan zijn ouderlijk huis, schoten de tranen in zijn ogen. Het verhaal van de Nakba wordt in Israël en ook in Nederland vaak omringd door politieke debatten en vragen over historische authenticiteit, maar voor de Palestijnse slachtoffers is het een diep trauma met grote persoonlijke verliezen.” Bidden voor het Palestijnse volkHoe besteden Palestijnse christenen zelf aandacht aan de Nakba? John Munayer: “Ik ga mijn oma bezoeken die de Nakba meemaakte. Ook gaan we naar de kerk waar zij zich schuilhield in 1948.” Voor Omar Harami is de dag gecompliceerd: “Het is ook de verjaardag van mijn vrouw. Je kunt dit zien als een slechte grap, maar het is ook een herinnering aan het feit dat 15 mei een dag is als alle andere. Al meer dan 75 jaar maken Palestijnen een continue Nakba door. In veel kerken wordt rond 15 mei gebeden voor het Palestijnse volk en de Palestijnse vluchtelingen in het bijzonder. Veel Palestijnse christenen zijn zelf eerste generatie vluchtelingen of afstammelingen ervan. Gebed voor vluchtelingen in onze kerken is dus niet een actie voor recht, maar pastorale zorg.” Gebed Goede God, Wij brengen voor uw aangezicht de wondenvan het Palestijnse volk,onder wie onze Palestijnse broeders en zusters, de wonden geslagen door de Nakba, de vlucht en verdrijving van 700.000 mensen uit Palestina en de verwoesting van hun cultuur, de wonden van het schrijnende onrecht,de vernederingen de ontmenselijking, de wonden van ons wegkijken en zwijgen over de nood van medechristenen,onze Palestijnse broeders en zusters,deel van het lichaam van Christus, de wonden van het genegeerd te worden door de vele christenen, ook uit Nederland, die de heilige plaatsen en stenen bezoekenmaar niet de levende stenen. Dat hun appel aan ons om hun naaste te zijn en recht te doendoor ons gehoord wordt, dat te midden van alle ongelijkheid, onrecht en bezetting de hoop niet opgegeven wordtdat iedereen, Palestijn en Jood,in recht en vrede onder haar en zijn eigen vijgenboom zal zitten, ‘dat Jeruzalem een open stad zal blijven, niet ommuurd, vanwege het grote aantal mensen en dieren dat er zal wonen’. (Zacharia 2:8) Zie ook: Gelukwens 75 jaar staat Israël26 apr 2023 lees verder |
||
Moeilijkheden met betalingsverkeer door strengere regels banken
Gemeenten en diaconieën ontvangen bijvoorbeeld brieven van banken met vragen over het gebruik van een betaalrekening, soms zelfs met vragen over de overgemaakte bedragen en de begunstigden. Banken doen dit vanwege hun wettelijke verplichtingen in het kader van het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering (WFT en WWFT). In het recente verleden hebben sommige Nederlandse banken hoge boetes gekregen omdat zij hun dossier hierover niet op orde hadden. Overleg over werkbare oplossingenSinds begin dit jaar zijn alle Nederlandse banken gestart met het project ‘Ken uw klant’ (KYC- Know your customer). Dat heeft tot gevolg dat zakelijke rekeninghouders worden bestookt met vragen. Niet alleen kerken, alle vrijwilligersorganisaties hebben hiermee te maken. Een brede coalitie van organisaties heeft hiervoor al in 2022 de aandacht gevraagd van minister Kaag en de Tweede Kamer. Ook het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO), waarin de Protestantse Kerk samenwerkt met 29 andere landelijke kerkgenootschappen, houdt zich hier actief mee bezig. Het CIO overlegt, samen met enkele andere koepelorganisaties, met onder meer de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) over mogelijkheden om tot werkbare oplossingen te komen. Ook met enkele grote banken zoals Rabobank en ABN AMRO vinden hierover gesprekken plaats. Omdat aanpassing van regelgeving nodig is, worden oplossingen pas in de loop van dit jaar verwacht. Vragen?Heb je vragen over bijvoorbeeld ontvangen brieven van de bank of wil je ervaringen delen, neem dan contact op met de dienstenorganisatie via info@protestantsekerk.nl of (030) 880 18 80. lees verder |
||
Onderzoek: hoe bereiden voorgangers de kerkdienst voor?
Doel onderzoekHet onderzoek is bedoeld voor voorgangers van alle kerkgenootschappen. Voorwaarde om aan het onderzoek mee te doen, is wel dat zij verbonden zijn aan een gemeente(n). De inzichten die door dit onderzoek opgedaan worden, helpen de drie organisaties om hun dienstverlening aan predikanten verder te verbeteren. Zo bieden theologie.nl en de IZB regelmatig preekschetsen aan, en maakt de dienstenorganisatie liturgische suggesties bij diverse momenten in het (kerkelijk) jaar. Inhoud onderzoekDe vragenlijst bevat ca. 40 vragen. Die gaan over onder meer het gebruik van leesroosters, preekschetsen, het kindermoment, de gebruikte methode voor de kindernevendienst, en het gebruikmaken van liturgisch bloemschikken. Link naar onderzoekDe link naar de vragenlijst wordt verstuurd via de nieuwsbrieven van theologie.nl (15 mei), de Protestantse Kerk* (16 mei) en Aeropagus van de IZB (rond 24 mei). Voorgangers die mee willen doen maar de link naar het onderzoek niet voorbij hebben zien komen, kunnen een mail sturen naar onderzoek@protestantsekerk.nl. Ze krijgen de link dan alsnog toegestuurd. Het onderzoek kan tot en met 30 juni worden ingevuld. *Als het goed is, ontvangen dienstdoende predikanten en kerkelijk werkers van de Protestantse Kerk automatisch iedere dinsdag de nieuwsbrief van de Protestantse Kerk. lees verder |
||